home portfolio over exposities in de maak contact

Over mijn werk

"Voor mijn werk geldt: Hoe persoonlijker, hoe meer zeggingskracht." 

Mijn werk begint vaak bij verhalen uit de familie. Ik heb mijn grootmoeder van moeders kant niet gekend, maar ze is steeds weer aanwezig. Persoonlijke ervaringen zijn een startpunt, evenals mijn betrokkenheid bij landschap en natuur.

Het liefst werk ik op papier in een gemengde techniek van gesso, acryl, houtskool en krijt. Soms meer krijt, dan weer meer verf. Zoekende lijnen blijven vaak in onderlagen achter.  Door het werken in lagen en steeds deels wegvegen ontstaat huid, vacht. De lijnvoering is altijd belangrijk en kleur speelt een steeds grotere rol.

"Ik teken me, ik ben mijn grootmoeder en ik ben de haas en de boom.
Ik val, ik vlieg, ik wortel. Ik teken een geschiedenis van vrouwelijke levenslust.

Ik maak in beelden een vertaling, op een open, universele manier.
Ik hoop dat de kijker zich in mijn werk herkent met haar of zijn eigen verhaal.  

Ik teken de gedachte aan dood.  Ik ga niet dood. Ik teken me groot, ik knip en plak, ik schilder.

Sta op.  Ik wil je ziel bevrijden."


--Artist statement, bij afsluiting DIA

   


foto Albert Krooshof
 
 
Wia van Dijk, Assen,
beeldend kunstenaar en docent Hogeschool Stenden:

“De achtergrond laat een directe manier van schilderen zien waarbij de penseeltoetsen duidelijk zichtbaar zijn. Cyaan, pruisischblauw, violet en aubergines, vele kleurnuances worden hier ogenschijnlijk boetserend bij elkaar gebracht. Op de voorgrond wordt op een meer realistische wijze een levensgroot kindfiguur afgebeeld die de toeschouwer met heldere blauwe open ogen aankijkt. Niet alleen het samenbrengen van abstractie en figuratie maakt dit schilderij tot een bijzonder werk. Ook het materiaal- en kleurgebruik, het hanteren van licht-donker en het grote gebaar versus de meer uitgewerkte details maken het geheel tot een krachtig schilderwerk.”
 

Tjibbe Hooghiemstra, Lieveren,
beeldend kunstenaar en docent Academie Minerva:

“Anne-Marie heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Vanuit een allesomvattende start heeft het proces zich steeds verder verdicht en is er door opgelegde beperkingen een geweldig beeld ontstaan. “


 


“Wat heel is, kunnen wij niet zien,
het is te groot, het past ons niet en niet in onze hoofden

 
maar wat aan mootjes, haksel is, verkiezeld,
kruim, gepureerd, verstoven of ontbonden –

 
al het verdeelde zit voorgoed in ons.“

- uit KRUIM, van Eva Gerlach -